maandag 14 maart 2011

Two ogres, or not two ogres?

(Jaja, flauwe woordspeling... verzin een betere en post hem in een comment! En ja, alles is puur Jenos' point of view. Maar dat had je al wel door zeker?)

Vandaag zat niet mee.

Net nu ik dacht een beetje in veiligheid te zijn voor al dat geweld, hop, klap op mijn hoofd, alles donker en drie dagen later wakker geworden in een vochtige kelder met een zak over mijn hoofd.

Ze hebben me dan toch te pakken, denk ik eerst, maar het lijkt vrij aards als ik de zak van mijn hoofd doe. Teveel aards eigenlijk zelfs, want ik zit in een cel met twee gnolls en een ogre. En nog erg zwijgzame ook. Buiten ons, twee zuipende militairen. Ik probeer een gesprek los te maken, maar door de drank is dat nogal moeilijk. En door de ogre. Wanneer er eentje dicht genoeg komt wordt de ogre wakker en krijgt de bewaker klappen. Dagboek, herinner me eraan dat ik nooit een ogre kwaad maak. Of toch niet zomaar.

De gnolls volgen mee naar buiten. De ene heeft honger, de andere lijkt zeer geïnteresseerd rond te kijken waar we zijn. In een kamer naast ons blijkt een wandelende hoop metaal te staan. Warforged noemt hij zichzelf, maar ik heb er niet veel vertrouwen in. Goed, niet meer in de ogre en in de gnolls, maar enfin... De Warforged blijkt een naam te hebben, Casus. Ik schrijf hem hier voor ik hem vergeet, zoals gewoonlijk. Ook de ogre heeft een naam, Thrakmar. De gnolls snuffelen nog wat rond, daar hoor ik later wel namen van. Of niet.

De woesteling lijkt erop gebrand verder uit te breken, en gaat naar de deur waarachter stemmen te horen zijn. Ik begrijp niet goed waarom we niet de veilige weg door het riool nemen, maar voor ik wat kan zeggen loopt het mis. En ik heb het niet gedaan! Thrakmar, ongeduldig als hij is, deed een mislukte poging de deur open te beuken. Ik bluf ons eruit door te roepen dat alles in orde is, maar ondanks alles beukt de ogre bij een tweede poging de deur in en gaat de wachters te lijf. Geen tactiek... geen planning... geen wonder dat de meesten enkel nut hebben op een boorplatform... De ogre is door het dolle heen, maar vergeet dat wij niet kunnen passeren als hij in de deuropening staat. En krijgt dus rake klappen. Wel... Eigen schuld zeker?

Wanneer hij eindelijk wat ruimte maakt, laat ik even mijn nieuwste trucje zien. Geweldig toch, magie van een andere wereld... Pure, rauwe energie, afkomstig van niets meer dan mijn wilskracht, mijn wil dat het er is en de grenzen van dimensies doorbreekt... Mijn Eldritch Blast laat een gapende vleeswonde achter in de borst van de wachter die net wilde toeslaan. Verbaasde gezichten alom. Vrees. Afgunst. Paniek. Heerlijk, ze begrijpen niet wat ze zien. De Warforged grijpt een vluchtende wachter. De rest wordt ongenadig afgemaakt. Al vraag ik me af of het nodig is. Maar tegen een ogre moet je niet protesteren op dat moment... De laatste wordt vastgebonden en ondervraagd. Als is het met een pauze omdat Thrakmar zijn geduld verloor en de wachter bewusteloos slaat... Maar, uiteindelijk toch een beetje informatie.

We zijn in handen van een of andere huurlingencompagnie. Iets met Pirates, maar ik ben de naam al vergeten. Niet vriendelijk tegen andere rassen. Verbaast me niks, maar goed. Buiten ligt een stapel lijken, gnolls. De twee gnolls zijn zichtbaar gechoqueerd, al vraagt er eentje meer om haar lama's dan om haar familie. Of ging het om haar kinderen? Ik versta haar Common niet altijd even goed, te vreemd dialect... We zitten dus duidelijk in een kamp in het midden van de woestenij op verschillende dagreizen van Baltasan. En eigenlijk weet ik zelf nog niet goed waarom. Joy. Bij de Ogre is het duidelijk, hij blijkt zelfs lid te zijn geweest van deze bende. Als ze hem hebben buitengegooid omwille van zijn woestheid kan ik dat best begrijpen. Hoewel... Als hij niet vecht kan hij best redelijk zijn... Oh! Het is theetijd!

Vergeet wat ik zei over redelijk zijn. Liever dan de ondervraagde wachter in de cel beneden te steken snijdt Thrakmar zijn keel over. Een goedgemikte energiebal had sneller en pijnlozer kunnen zijn... Maar nee hoor. Daarna gaf hij mijn touw terug met een grijns dat ik het nu ook terug had. Ik moet dringend een middeltje tegen die ogre zoeken...

We proberen een uitbraak. Het kamp is verlaten, op twee soldaten na. Ik neem nu even de leiding, en stuur de warforged en de ogre rond, terwijl de gnolls ter plaatse blijven. Ik druk ze op het hart pas in actie te schieten als wij dat gedaan hebben, om te voorkomen dat de twee alarm slaan. De wachters vermoeden niks, en worden overrompeld. Met het roepen van een enkele klinker van de demonische taal, gericht op de riem van de eerste wachter, verdwijnt de riem terwijl de wachter verdwaasd en verdoofd blijft staan. Als de tweede in actie wil schieten schiet de gnoll hem neer, en daarna maken Thrakmar en Casus - hé, ik weet de naam nog! - hen af. Tijd om de andere kamers te controleren. Met af en toe wat geklaag over lama's wordt het kamp opgeschoond. De combinatie vlot al wat beter, nu de ogre mijn superioriteit heeft erkend. In een andere ruimte worden de wachters naar buiten gelokt door een goed verdraaide stem.

In de laatste ruimte ligt een stervende tovenaar. Vriend van de ogre blijkbaar. Hoe een tovenaar een ogre te vriend kan houden, geen flauw idee. Ze lijken me zo tegengesteld! Snel kijk ik rond naar magische blinbling, maar de ogre is me voor. Ik doe nog een voorstel om even in het boek te bladeren om ons te helpen, maar het mag niet baten. Dan horen we buiten een kar en dierengeluiden. Een van de gnolls sprint naar buiten, roepend dat haar lama's er zijn...

Dat was een slecht idee. Na luttele seconden loopt ze in paniek weer binnen. De vechters nemen gevechtsposities in aan de deur, ik zet me met de mannelijke gnoll - geen idee hoe ik de stank kan verdragen - aan de trap. Enkele ingedeukte hoofden, verschroeide plekken en pijlwonden later is het stil. Hoewel, stil... De aarde trilt, en een tweede ogre komt binnengestormd. Alsof we aan één niet genoeg hadden. Maar helaas...

Deze draagt een symbool van Azul'Char, mijn... vriend. Ik vermoed dat het toch niet helemaal toevallig is dat ik hierin ben beland. Helaas, net nu we hem het meest nodig hebben, jammert Thrakmar als een kind in plaats van te slaan. Wat doe je als een ogre met een ongezonde kleur en een vrij dode gezichtsuitdrukking en een tank vol vreemde vloeistof die dingen in zijn lijf spuit aanvalt? Juist, jammeren... De gnoll naast me heeft het begrepen, en begint zijn kruisboog te vuren. De robot, die er eigenlijk wel wat beschadigd begint uit te zien, snapt het ook, en zelfs de gnoll die haar kinderen zoekt gaat de ogre te lijf. Ik roep de ogre toe dat het een zombie is, maar nee hoor. Gelukkig kunnen we hem met vieren aan nadat we ons richtten op de tank op zijn rug. Al is de Warforged er slecht aan toe. Na het gevecht schiet de gnoll weer naar familie, en onderzoek ik de dode ogre. Om bruusk gestoord te worden door de andere ogre. Het irriteert me mateloos, maar hij had toch niks interessants meer bij. Ik kijk nog even of ik wat van die vloeistof uit de tank kan halen. Helaas heb ik geen flesjes mee... Dan maar in de veldfles.

Moest ik niet meer schrijven is het omdat ik vergeten ben dat er wat anders in mijn veldfles zit en gedronken hebben.

Ah, en het blijkt dan toch om een echte lama te gaan. Waarvan er eentje gesneuveld is ondertussen...

Status:
-Dode familie van de mannelijke gnoll
-Dode broer van Thrakmar
-Dode lama van de jammerende gnoll
-Bijna-kapotte robot
-Een mooie dolk gevonden

Ik vind dat ik er best goed vanaf gekomen ben. Nu nog dat boek van die tovenaar vastkrijgen. Maar wat heeft Azul'Char hiermee te maken?

1 opmerking: